Lilliputter Luxemburg

Soms zijn kleine dingen groot genoeg. Een mooi voorbeeld is het nabije groot(?)hertogdom. De perfecte plek om even te ontsnappen, dichtbij en toch over de grens … 

Waar het goed is, keer ik graag terug. Zeker als ik hiervoor niet naar de andere kant van de wereld moet. Veel dichter kan trouwens niet wat Europa’s kleinste betreft (Malta niet meegerekend). Nu ja, bevatten de kleinste potjes niet de beste zalf? 

Het Groothertogdom Luxemburg is de perfecte plek voor enkele dagen motorplezier.

Had ik voordien zelf nog de ruwe Oesling en het gemoedelijke Gutland verkend, deze keer bijt de Honda zich vast in het kontje van een KTM en een BMW. Locals als Michel Turk en Ed Goedert kennen het mini-vorstendom natuurlijk op hun duim. Een buitenkans om ‘s lands mooiste wegen onder de knie, heu, wielen te krijgen. Weer of geen weer …

Alleen of in groep, als het maar rijden is! 

Kamerbreed Moezelzicht

Ondanks de voorspelde regen houd ik het helemaal droog tot in Stadtbredimus. Het klimaat verschilt weinig met dat van ons, maar een weerfront hoeft niet veel te bewegen of je bent als weerman de pineut. Nu heb ik het sowieso gehad met internetweerberichten. Niks van aantrekken zeg ik altijd, behalve je regenpak misschien. Dat laatste kwam verdomd van pas op de terugweg!

Dat het dorpje Stadtbredimus aan een sluis ligt, begrijp ik volkomen als ik me in Hotel Ecluse (!) installeer. Het designhotel voelt meteen lekker aan. Het wordt nóg beter als ik de deur openkrijg en er zich een kamerbreed zicht op de Moezel en haar wijngaarden ontrolt. Ik word er zowaar vrolijk van. Zo weet ik opnieuw waarom ik een boontje heb voor landen waar de wijnstok tiert. Een prima hotelkeuze dus, wat ‘s avonds in het restaurant ‘volmondig’ wordt bevestigd!

Lekker eten en drinken? Wees maar zeker dat je dat in Luxemburg kan! 

Luxemburgse Moezel

Eerst krijgen we wat ander lekkers voorgeschoteld. Want ook aan de Luxemburgse zijde laat de Moezel zich niet onbetuigd. Zo behoort de met Rivaner, Elbling, Riesling en wat weet ik nog allemaal beplante vallei tot de meest idyllische van het groothertogdom. 

Minder bekend dan zijn Duitse overbuur, maar wel hetzelfde Moezelgevoel! 

De Luxemburgse Moezel is misschien minder bekend dan zijn grote broer tussen Trier en Koblenz, de lieflijke hellingen zijn even prominent aanwezig in het landschap. Van Schengen tot Wasserbillig is het inderdaad al ‘Vinsmoselle’ wat de klok slaat. Met wat verbeelding kan ik me ook hier goed vinden in de woorden van de Romeinse dichter Ausonius: ‘De daken van de boerderijen die gebouwd zijn op de steile oevers en de heuvels overgroeid met groene wijnranken, terwijl beneden in stille murmeling de lieflijke stroming van de Moezel voortglijdt’ (Mosella, vv. 20-22).

Kasteel van Bourglinster

Staat de kwaliteit van de wijntjes buiten kijf, dat geldt ook voor de wegen die het land doorkruisen. In Wormeldange laten we de Route du Vin voor wat ze is. In luttele bochten hijst de CR122 zich naar boven en gaat het landinwaarts. Het ene onbeduidend dorp volgt op het andere. Totdat we in gelijke pas ei zo na de koer van kasteel Bourglinster oprijden.

Bourglinster, een parel van een kasteel.

Het fraai gerestaureerde kasteel, Burg Linster in de volksmond, wil graag met ons op de foto. Zelf wil ik vooral aan tafel, want naar het schijnt herbergt het met La Distillerie één van de elf éénsterrenrestaurants van het land. Helaas geeft de Belgische topkok niet thuis. Geen nood, gastronomisch genieten kan je als geen ander in het groothertogdom. Per slot van rekening tel je nergens ter wereld meer Michelin-sterren per hoofd en per vierkante km!

Burchten in Larochette en Beaufort

Ook wat het aantal burchten betreft, is het Groothertogdom Luxemburg – want zo heet Luxemburg voluit! – rijkelijk gezegend. Niet minder dan 76 exemplaren, goed voor 2/3 van het middeleeuwse erfgoed, hebben de tand des tijds min of meer doorstaan. In Larochette, het welbekende stadje in het weelderig groen van de Witte Ernz, tel ik er zelfs twee! 

Het kasteel van Beaufort is de ideale plek voor een fotoshoot! 

Hetzelfde verhaal even later in Beaufort, dat zijn naam niet heeft gestolen. Een bloedmooie burcht, zoals Victor Hugo ze noemde. De Franse schrijver bezocht de plaats tussen twee regenbuien door. Romantische zielen hebben hier geen excuus. Zelfs bij motorrijdend volk valt de middeleeuwse ruïne in de smaak. Of zou die heerlijk lange bocht aan de voet van de burcht er iets mee te maken hebben?

Ogen op de weg

Half Nederland en België weet ondertussen wel dat het lekker bochtjes pikken is in dit spectaculaire deel van Luxemburg. Gelukkig zijn verraderlijke kiezelsteentjes of opgelapte asfaltstroken verleden tijd. Al blijven de wegen toch behoorlijk smal.

Ja, het kleine Luxemburg is een mini-motorparadijs!

Een land van Ronde-renners heeft natuurlijk wel een wielerplicht. Blote benen en kale koersbanden houden niet van kiezels en spleten. Bij mooi weer kruipen onze tweewielerbroeders er dan ook als mieren uit de grond. Opgelet dus!

Heerlijk toch?

Zwitserland in Luxemburg

Motorrijders en fietsers, maar ook wandelaars komen sinds jaar en dag naar het Mullerthal afgezakt. Het geaccidenteerd reliëf is met zijn zandstenen rotsformaties en klaterende watervalletjes een prima wandelgebied. In zakformaat weliswaar, geheel zoals het een lilliputter betaamt. 

Fris lentegroen in het Mullerthal.

Dat dit hoopje rotsen op Alpijns niveau werd getild, is het werk van Alexis Heck. Deze gewiekste hotelier hoopte er een stukje van de toeristenkoek mee binnen te rijven. Ook toen het toerisme nog op kinderschoenen liep, waren er dus al marketeers in de weer. De man uit Diekirch is hoe dan ook in zijn opzet geslaagd. Klein-Zwitserland is nog steeds de populairste van de vijf Luxemburgse regio’s. En welk land heeft ondertussen zijn stukje Zwitserland niet, ook al is dat slechts een molshoop hoog?

Zandstenen rotsformaties, typisch voor Klein-Zwitserland.     

La Petite Suisse

Niet Diekirch maar wel het stadje Echternach is de poort tot de groene hel. Zo noemden de buren aan de overkant van de Sûre hun strookje Sauerschweiz in het begin van de vorige eeuw. Lichtelijk overdreven door die anders zo nuchtere Duitsers, maar de voorbije herfst liep ik er bijna verloren met vrouw en kroost! 

Wie dat wil, kan er zelfs verloren lopen …

Even de benen strekken, wat klauteren tussen de rotsen en daar zitten we weer in het zadel. In gestrekte draf verlaten we La Petite Suisse via het meer van Echternach. Zo rijden we opnieuw door het Liebliche Moseltal.

Vinsmoselle, geen kattenpis!

Haast en spoed is zelden goed, maar in het hotel wacht ons een belangrijk rendez-vous. We mogen er verschillende cuvées, van wit over rosé tot rood, proeven! 

Wijntjes proeven, nà de motorrit uiteraard!

Château Edmond de la Fontaine is geen kattenpis of suikerwater. Het etiket dat de flessen siert, is geen toeval. Dicks, want zo heet de man hier, was behalve schrijver ook burgemeester in Stadbredimus van 1867 tot 1870. Zijn kasteel is vandaag de dag de zetel van Domaines Vinsmoselle, de grootste wijncoöperatieve van het land. Daar drinken we op!

Gibraltar van het noorden

Na de Moezel en Klein-Zwitserland is het nu de beurt aan het centrum en het noorden van het land. Hiervoor moeten we dwars door Luxemburg-stad. Met de vinger in de neus, geen sinecure met een handschoen, volg ik de GS. Een grootstad kan je een hoofdstad van iets meer dan 100.000 inwoners bezwaarlijk noemen. Zelfs niet wanneer de bevolking verdriedubbelt overdag. Nederlanders maar ook Belgen, Duitsers en Fransen verdienen al pendelend goed hun boterham in de rijkste hoofdstad van Europa.

Luxemburg-stad, een citytrip waardig! 

De tijd dat de stad zich als een Gibraltar van het noorden aan haar belagers onttrok, is lang voorbij. Zo staat er nog slechts 10% van de vroegere stadswallen overeind. Tal van bruggen overspannen de diepe valleien van de Alzette en de Pétrusse. Het zicht op de bovenstad beneden in Grund is er niet minder om. Een grondige verkenning van het oude stadscentrum doen we later op de avond wel.

Luxemburg-stad, da’s oud en nieuw in perfecte harmonie!

Dal van de Zeven Kastelen

In Dondelange verruilen we al gauw de Rue de Luxembourg voor de Rue de la vallée. Toeristen kennen de vallei van de Eisch als het ‘Dal van de Zeven Kastelen’. Wie graag wandelt, kan zich trouwens eens goed laten gaan op het 35 km lange zevenkastelenpad van Eischen tot Mersch. 

Groots in klein. Duidelijk Luxemburg dus!   

Zelf mag ik een tandje bijsteken op de CR105. Die doet op zijn beurt z’n best om het riviertje bij te houden. In het kleine Marienthal laten we de Eisch rustig verder stromen. Net zoals we in Hollenfels de middeleeuwse burchttoren ongemoeid laten. 

Tempo in de regen

Vooraan houdt de Beemer zijn tempo aan, al is het nu pas goed beginnen regenen. De Bridgestones op de VFR maken me al gauw duidelijk dat ze hun beste tijd hebben gehad. Het is niet de eerste keer dat de GS zich heer en meester toont op krullend wegdek dat er nat bij ligt. 

Ook in Useldange wordt er niet gestopt. Jammer, want het kasteeldorp werd authentiek gerestaureerd. Europa Nostra-prijs of niet, we zijn gekomen om te rijden. Zonder talmen steken steken we de Attert over.

Ook Luxemburg heeft zijn Ardennen

Het kasteel van Bourscheid staat 150 m hoog boven de Sûre. Bepaald indrukwekkend, zeker vanop de N27 die mooi de loop van de Sûre kopieert. Van het open en gemoedelijk landschap dat tweederde van Luxemburg typeert, le bon pays dus, valt er ondertussen niets meer te merken. 

Het kasteel van Bourscheid domineert de ganse vallei.

Onder een loodzwaar hemelplafond laat het Ardens landschap van de Eisleck, zoals het noorden hier heet, zich van zijn grimmigste kant zien. Mijn buikgevoel vertelt me met een knorstem dat het niet zo ver meer is naar Vianden.

Het mooiste kasteel van Luxemburg

Lunchen doen we in Auberge ‘Beim Hunn’, één van de oudste gebouwen aan de voet van het kasteel. Een bordje op de gevelsteen heet bikers welkom. Tot ieders vreugde regent het niet meer als we de motoren starten. Toch ligt de Grand-Rue die dwars door het stadje loopt er verlaten bij. Zit het weer wat mee, dan kan je hier op de koppen lopen. 

Het duurde even voordat we allemaal aan tafel zaten!

Vianden is niet alleen schitterend gelegen aan de voet van Luxemburgs mooiste kasteel. Het grensstadje is de ideale uitvalsbasis om de knapste plekjes van Luxemburg te verkennen. Het Mullerthal, uiteraard, maar ook het natuurpark van de Boven-Sûre of dat van de Our bijvoorbeeld.

Natuurpark van de Boven-Sûre

Na wat fotowerk ruilen we Vianden in voor Wiltz. Niet dat de hoofdstad van de Luxemburgse Ardennen me kan bekoren. We hebben dan ook geen tijd voor het kasteel of interessante musea in het stadje.  

De burcht van Vianden, die foto mag niet ontbreken in het Luxemburg-album! 

Het duurt niet lang of we hebben het rijk weer voor ons alleen. Smalle maar droge wegen leiden via Goesdorf voor de tweede keer naar Bourscheid en zo naar Heiderscheid. Onderweg worden we getrakteerd op één van de mooiste groene valleigezichten van het land. De omgeving van de Boven-Sûre is één bonk groen. 

Eén bonk natuur, ook dat is Luxemburg.

Wat is dat toch met al dat ‘scheid’?

Bourscheid, Heiderscheid, … ja, de Luxemburgers hebben wat met al dat ‘scheid’! Om dat te verklaren moeten we terug naar de middeleeuwen. Toen werden heel wat bossen gerooid. Die open plekken in het bos, ‘scheid’ in het Moezelfrankisch, groeiden later uit tot een dorp.

Met Redange en Septfontaines komen we hierna op bekender terrein. Ook namen als Capellen en Strassen klinken vertrouwd in de oren. Mooi op tijd laveren we de motoren behendig tussen de avondspits, waar zelfs een mini-hoofdstad als Luxemburg niet aan ontsnapt. De avond is nog jong, de bovenstad wenkt …

Het is goed leven in Luxemburg …

Dichtbij en toch anders

Vertrouwd dichtbij en toch eigenwijs anders, dat is het Groothertogdom Luxemburg ten voeten uit. “Mir wëlle bleiwe wat mir sinn” (wij willen blijven wat we zijn), zo zegt men dat hier met andere woorden. Zolang dit betekent dat het aan de pomp een slok op de borrel scheelt, dan hebben wij daar  geen problemen mee!

Europees en toch eigenwijs.  

Praktische informatie

Vakantie om de hoek

Ook al is het Groothertogdom Luxemburg klein, de verscheidenheid aan natuur en cultuur is toch groot. Ruw in het noorden en lieflijk in het zuiden, het kleine vorstendom blijft een kleurrijke verschijning. Van het Luxemburgse erfgoed zijn er drie van wereldklasse. Zo is er niet alleen Unesco-bescherming voor de hoofdstad op haar rots, ook de unieke fototentoonstelling in het kasteel van Clervaux en de eeuwenoude Springprocessie van Echternach staan al jaren op de lijst. Als kortbijbestemming hoef je bovendien niet lang in het zadel te zitten. Ook ter plekke swingen de afstanden nooit de pan uit. Meer met minder, dat slaat heus niet alleen op wat je aan de pomp betaalt… 

In een notendop

Officiële benaming: Groothertogdom Luxemburg, kortweg Luxemburg

Staatsvorm: constitutionele parlementaire monarchie

Staatshoofd: groothertog Henri (enige land ter wereld met een groothertog op de troon)

Officiële taal: Luxemburgs (Lëtzebuergesch)

Administratieve talen: Duits en Frans

Monetaire eenheid: euro

Oppervlakte: 2.586 km² (behoort tot de 20 kleinste landen ter wereld)

Hoofdstad: Luxemburg (103.600 inw.)

Gemiddelde temperatuur (juli): 18,4 °C

Gemiddelde jaarlijkse neerslag: 733 mm

Inwoners: 537.000 (44,5% van buitenlandse origine, vooral Portugezen)

Nationaliteiten: 150

Banken: 150

Overnachten

Jaarlijks krijgt het mini-staatje 1 miljoen toeristen over de vloer. Deze zijn goed voor 2,4 miljoen overnachtingen in één van de 250 hotels en 100 campings. Van oudsher lokt de streek rond Echternach en de Moezel heel wat bezoekers. In het dunbevolkte noorden zijn vooral Vianden en Clervaux een goede uitvalsbasis. Hoofdstad Luxemburg is de ideale bestemming voor een citytrip.

Eten en drinken

Zoete Moezelwijntjes en sprankelende crémants, we zijn niet de enigen die dit naar waarde weten te schatten op een warme zomerdag. Bij een goed glas hoort een degelijk bord en eten kan je als geen ander in Luxemburg. Franse finesse en Duitse degelijkheid, gekruid met een snuifje zuiderse hartelijkheid (Portugal), hebben de Luxemburgse boerenkeuken (aardappelen en worst!) op een hoog (sterren)niveau getild.

Meer info

www.visitluxembourg.com